Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Florentijnse boog

De naam 'Florentijnse boog' wijst op een relatie met Florence. Inderdaad, dit merkwaardige type boog heeft in de renaissance van daaruit zijn weg gevonden naar vele gebouwen, verspreid over heel Europa.
Het gaat hier om een boog waarvan de binnen- en de buitenwelflijn niet concentrisch verlopen. Meestal heeft de Florentijnse boog een rondboog als binnenwelflijn en een spitsboog als buitenwelflijn. Maar een getrapte rug van de boog als 'buitenwelflijn' komt ook vaak voor. De horizontale lijnen van die treden kunnen dan verder over de gevel doorgetrokken zijn.
De Florentijnse boog is ontwikkeld als sierelement en heeft geen constructieve voordelen boven de gemakkelijker te metselen soortgenoten.
In de neo-stijlen komt de Florentijnse boog opnieuw in zwang. In pleisterwerk met schijnvoegen is deze boogvorm gemakkelijk te imiteren.





Tekst: Jean Penders (12-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders